Historie van bijna 145 jaar "BREMER"
Sinds 1874
De geschiedenis van ons bedrijf gaat terug tot 1874, toen in dat jaar, op 24 oktober (of volgens sommige stukken de 10e), de broers Willem Frederik Bremer en Cornelis Daniël Bremer de molen Het Nieuwe Fortuin kochten. Het was de bedoeling dat deze molen met aangrenzende gebouwen, werf en schuitenhuis, een houtzagerij werd. De molen was echter niet geschikt om hout te zagen dus begonnen de heren Bremer samen met de schoonzoon van Cornelis, de heer Caalen, naast de molen een stoomzagerij. Het bedrijf werd ‘Houthandel Caalen en Bremer en Co’ genoemd. De houtzagerij verliep voorspoedig en al snel kwamen in 1882 de twee zonen van Willem in de zaak.
Toen Cornelis kort daarna overleed besloot men om de overeenkomst met Caalen te ontbinden.
De verstandhouding onderling was echter niet zo goed en het was niet mogelijk om tot een goede verdeling tussen Caalen en Bremer te komen zodat het bedrijf opnieuw geveild moest worden. Willem wilde graag de houtzagerij voortzetten maar hij was niet de hoogste bieder. De molen en andere gronden werden eigendom van de IJzeren Spoorweg Maatschappij, waarvan hij het complex voorlopig mocht huren. De molen werd verhuurd aan de heer Visser, die er graan mee ging malen en Willem Bremer zocht elders ruimte voor de opslag van zijn hout. Toen in 1903 de huur van het molencomplex werd opgezegd door H.IJ.S.M vonden de Bremers op de Friese Varkenmarkt 16 een ander terrein voor hun houthandel en daar werden het huidige kantoorgebouw met woonruimte en enkele loodsen gebouwd. Inmiddels was ook de jongste zoon Willem jr. tot het bedrijf toegetreden en liet Willem sr. het bedrijf aan zijn zonen over. De firma werd omgedoopt tot: ‘N.V.Houthandel Het Nieuwe Fortuin’.
Na de eerste wereldoorlog kwam het bedrijf tot grote bloei en werd groot met ruim twintig man personeel, vier vrachtauto’s en een motordekschuit.Toen de crisis uitbrak in de jaren dertig werd het moeilijker voor de heren Bremer en waren zij genoodzaakt de helft van het terrein van de hand te doen. Jonge Willem zette het overgebleven deel voort met zijn zwager de heer Karel Blits. Zij wisten het hoofd boven water te houden en deden het bedrijf over aan de schoonzoon van jonge Willem, de heer Vermeulen.
Toen hij er in 1984 mee stopte werd het bedrijf onder de naam ‘Bremer’s Houthandel’ verkocht aan de huidige eigenaren, de familie De Boer, die volgens de traditie het bedrijf runnen met vader en zonen. Na deze overname moest het bedrijf wat worden wakker geschud maar werd vanaf toen weer fortuinlijker waardoor het mogelijk was om in 1997 het aangrenzende pand over te nemen waar de huidige showroom is gemaakt. In 2019 vieren we het 145-jarig bestaan van inmiddels de oudste houthandel van Haarlem.